• Hoofdstuk 3

    Het doel van de cross-sectionele studie in een cohort van patiënten met een niet-functionerend hypofyse adenoom, gepresenteerd in Hoofdstuk 3, was om te bepalen of het gebruik van radiotherapie in de postoperatieve periode een significant effect heeft op gezondheidgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) en cognitief functioneren. Negentig NFA patiënten, behandeld met chirurgie in de tijdsperiode 1963-2005 in het Universitair Medisch Centrum Groningen, werden bestudeerd. Vragenlijsten over kwaliteit van leven, stemming, cognitief functioneren, gebruik van medicijnen, aanwezigheid van co-morbiditeit en sociale status werden per post naar alle patiënten verzonden. Eénentachtig patiënten (49 mannen en 32 vrouwen, mediane leeftijd 55 jaar) retourneerden alle vragenlijsten, resulterend in een responspercentage van 90. Zesenveertig van hen hadden radiotherapie na neurochirurgie gekregen, omdat er rest NFA of hergroei van het NFA was. De gemiddelde tijd tussen neurochirurgie en radiotherapie bedroeg 8 maanden. Het radiotherapie schema, dat werd toegepast, bestond uit een totale dosis van 45 tot 50 Gray met een dagdosis van 1.8 tot 2 Gray. Deze met radiotherapie behandelde patiënten hadden vaker een craniotomie ondergaan, waren jonger op het moment van chirurgie en hun follow-up duur was langer. Tevens was schildklierhormoon-substitutie vaker nodig.
    De HRQoL-vragenlijsten werden gelijkwaardig gescoord door patiënten die radiotherapie kregen, en degenen die geen radiotherapie kregen. Sommige onderdelen van de vragenlijsten werden beter gescoord door patiënten die radiotherapie hadden gekregen. Geen verschillen in cognitieve functie scores werden waargenomen tussen bestraalde en niet-bestraalde patiënten. In vergelijking met de referentie populatie waren sociaal functioneren, vitaliteit, algemene gezondheidsperceptie, vermoeidheid en depressie scores slechter in de groep patiënten die géén radiotherapie had gekregen. Bij patiënten die radiotherapie hadden gekregen, was alleen algemene gezondheidsperceptie slechter dan die van de referentie Nederlandse bevolking, waarbij lichamelijk functioneren, pijn en angst zelfs beter scoorden.
    Concluderend zijn er geen negatieve uitkomsten, maar zelfs beperkte positieve effecten bij de beleving van mentale en lichamelijke gezondheid na radiotherapie in ons cohort patiënten met NFA. Onze resultaten zijn geruststellend en suggereren, dat radiotherapie na chirurgie niet leidt tot afgenomen kwaliteit van leven of verslechterde cognitie.

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.